Hoog- en laagwater
Hoge en lage rivierafvoeren zijn fenomenen van alle tijden, maar door klimaatverandering zal dit naar verwachting vaker en langduriger voor gaan komen. De binnenvaartsector kan hierdoor haar logistieke functie minder goed vervullen en minder betrouwbaar worden. Gelukkig zijn binnenvaartondernemers inventief blijven ze ook bij hoge en lage waterstanden gewoon goederen vervoeren.
De gevolgen van hoog- en laagwater variëren op verschillende delen van het binnenwaterwegennetwerk. De grootste uitdaging voor laagwater doet zich voor op vrij afstromende rivieren, zoals de Rijn, die overgaat in de Waal en de IJssel. Laagwater heeft hier een direct effect op de binnenvaart doordat schepen minder diep geladen kunnen worden, wat resulteert in verminderde laadcapaciteit. Op rivieren hangt de beschikbare vaardiepte vooral samen met de waterafvoer en de inrichting van de rivier. Hoe groter de waterafvoer, hoe groter de vaardiepte.
Hoge waterstanden zijn over het algemeen minder problematisch, al kunnen extreem hoge waterstanden tijdelijk een vaarverbod of stremming van een sluis opleveren. Daarnaast heeft hoogwater gevolgen voor de containervaart, de hoogte van bruggen stijgt immers niet met het water mee.