Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) is fel tegen het besluit van de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) om de Westerschelde zowel voor zeevaart als binnenvaart te stremmen tot woensdagochtend. De binnenvaart zou volgens KBN hiervan uitgezonderd moeten worden. De reden van de stremming is een staking van Belgisch personeel waardoor er geen VTS (scheepvaartbegeleiding) beschikbaar is voor de zeevaart en binnenvaart.
Vessel Traffic Services (VTS) wordt ingezet om het scheepvaartverkeer op zee en binnenwateren te begeleiden en de veiligheid te vergroten. Het is echter een hulpmiddel, geen noodzakelijke voorwaarde om veilig te kunnen varen. Nu het gebied voor de zeevaart is gestremd en het daardoor rustiger is op de rivier, vindt Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) dat het ontbreken van VTS geen reden mag zijn om de vaarweg voor de binnenvaart te sluiten. “Wij eisen onmiddellijke doorvaart voor de binnenvaart. Het GNA kan niet uitleggen waarom binnenvaartschepen niet veilig zouden kunnen varen op een brede rivier als de Westerschelde, juist nu deze is afgesloten voor de zeescheepvaart.” Aldus Ad Koppejan, voorzitter KBN.
Er wordt bovendien vaker gevaren met het zogenaamde SID-light regime. Dit betekent dat er verminderde ondersteuning beschikbaar is wanneer er sprake is van onderbezetting van de Verkeerscentrale Zandvliet. De economische schade voor Nederland en België is aanzienlijk: meer dan honderd schepen ondervinden hinder hiervan en kunnen goederen niet op tijd afleveren waardoor bedrijven last hebben van vertragingen in de levering.
KBN onderneemt de volgende stappen:
- KBN onderzoekt in samenwerking met de Vlaamse Koepel Binnenvaart Vlaanderen (KBV) of het besluit van GNA om een volledige stremming in te voeren als er geen VTS beschikbaar is, rechtsgeldig is;
- KBN zet juridische stappen zowel wat betreft rechtsgeldigheid besluit als ook GNA aansprakelijk te stellen voor de geleden schade van meer dan honderd binnenvaartschepen.
Daarbij doet KBN ook een oproep aan de politiek en in het bijzonder de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om zijn invloed aan te wenden richting de GNA om minder rigide en meer pragmatisch om te gaan met het beschikbaar zijn van een ondersteunend instrument als VTS en meer rekening te houden met de economische impact en de belangen van de binnenvaart zodat er een evenwichtiger belangenafweging en besluitvorming plaatsvindt binnen het GNA