Pensioen
KBN en Nautilus kiezen Aegon Cappital als de voorkeurspartner voor de pensioenen
Vanaf het moment dat bekend werd dat de verplichtstelling van het pensioenfonds zou vervallen, zijn Nautilus en KBN aan de slag gegaan met deze boodschap. Met het bestuur van het pensioenfonds is gekeken naar een nieuwe regeling onder de verplichtstelling. In de zomer van 2022 is gebleken dat dit niet mogelijk zou zijn. Daarnaast is tot het laatst toe geprobeerd door sociale partners om de verplichtstelling langer in stand te houden. Hiervoor worden tot op heden nog gesprekken gevoerd met het pensioenfonds en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Omdat deze uitkomst zeer onzeker is, is de afgelopen periode gebruikt door sociale partners (Nautilus en KBN) om met elkaar gekeken naar de mogelijkheden van een nieuwe pensioenregeling.
De criteria waar op gelet is in dit proces zijn een regeling die voldoet aan de nieuwe pensioenwetgeving, een vergelijkbare kostenverdeling voor werkgever en werknemer en waarbij wordt gekozen voor een individuele premieregeling. Dit laatste betekent dat de opbouw van de werknemer ook echt kan worden gezien als de eigen spaarpot.
Na overleg met diverse partijen is uiteindelijk gekozen om met Aegon Cappital afspraken te maken over een nieuwe pensioenregeling.
Voor werkgevers heeft Aegon Cappital een website online gezet, waar de komende periode meer informatie kan worden gevonden over de pensioenregeling, waarover met Nautilus en KBN is gesproken. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de huidige pensioenregeling: de premieverdeling, de omschrijving van het pensioengevend salaris, het nabestaandenpensioen en het premievrij pensioen bij arbeidsongeschiktheid.
Werknemers zullen, na aansluiting van hun werkgever, door Aegon Cappital verder worden geïnformeerd over de pensioenregeling.
"Wij heten alle werkgevers en werknemers in de Rijn- en Binnenvaart van harte welkom bij Aegon Cappital! Ook zijn wij Koninklijke Binnenvaart Nederland en Nautilus erkentelijk voor het vertrouwen in ons. Wij kijken uit naar een prettige samenwerking!" aldus Aegon Cappital.
|
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Henriëtte Schreuders
Naar boven
|
|
Veelgestelde vragen
Meer weten over het pensioen
Waarom Aegon Cappital als voorkeursaanbieder?
Deze regeling sluit het meest aan op de huidige regeling wat betreft pensioengevend loon, premiepercentage en premieverdeling. Omdat de nieuwe regeling voldoet aan de nieuwe pensioenwet, zijn er ook veranderingen zoals de opbouw voor het nabestaandenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Ook hier is gekeken om dit op een goede manier te regelen in de basisregeling.
Waarom geen nieuwe pensioenregeling bij het huidige pensioenfonds?
In 2019 is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gesteld dat het georganiseerde bedrijfsleven (het aantal werkgevers dat is aangesloten bij een branchevereniging) niet langer een belangrijke meerderheid vertegenwoordigd. Ondanks pogingen van de brancheverenigingen samen om deze meerderheid aan te tonen is dit niet gelukt. Dit heeft geleid tot het besluit van de minister in augustus 2019 om de verplichtstelling van het Bedrijfstakpensioenfonds in te trekken met ingang van 1 januari 2025.
Het pensioenfonds heeft onderzocht of het mogelijk is om nog voor 1 januari 2025 de huidige pensioenregeling aan te passen naar de nieuwe wetgeving. Dit is een hele grote aanpassing, die dan eigenlijk maar korte tijd onder het pensioenfonds bestaat. Vanwege de kosten en de risico’s in de uitvoering die groot en onvoorspelbaar zijn, is besloten om dit niet te doen.
Wat hebben sociale partners ondertussen gedaan?
Vanaf de zomer van 2022 is gekeken naar de mogelijkheden voor een nieuwe pensioenregeling. Hierbij zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd, waar de nieuwe pensioenregeling aan zou moeten voldoen. De contouren van de nieuwe pensioenwetgeving waren al wel duidelijk, maar pas na het akkoord van de nieuwe pensioenwet. Per 1 juli 2023 zijn deze definitief.
Één van de belangrijkste voorwaarden in de nieuwe pensioenregeling is, dat deze vergelijkbaar is qua kosten voor zowel werkgever als werknemer: de definitie van het pensioengevend loon, de hoogte van de franchise, de hoogte van de premie en de premieverdeling zijn een aantal van deze voorwaarden. Daarnaast is gekeken naar het nabestaandenpensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid als onderdeel van de nieuwe regeling, die anders zijn vormgegeven dan in de oude regeling.
Tot slot is een keuze gemaakt voor een individuele premieregeling, zodat de opbouw in de pensioenregeling ook kan worden gezien als een eigen spaarpot voor de werknemer. In de nieuwe pensioenregeling heeft de werknemer meer invloed op zijn eigen ‘spaarpot’, door bijvoorbeeld een keuze in het beleggingsprofiel.
Waarom een verzekeraar?
Er zijn gesprekken gevoerd met verschillende partijen over de mogelijkheid om aan te sluiten bij een pensioenfonds. In de reglementen van sommige pensioenfondsen is echter vastgelegd wie in aanmerking komt om deel te nemen, wat vaak niet compatibel is met de situatie in de binnenvaart, ook wel bekend als de werkingssfeer.
Andere pensioenfondsen hebben aangegeven dat ze geen specifieke regeling willen creëren voor de binnenvaartsector, omdat de potentiële groep die zich zou kunnen aansluiten als te klein wordt beschouwd. De onzekerheid over hoeveel werkgevers uiteindelijk bereid zullen zijn om deel te nemen aan de regeling, maakt deze situatie nog complexer.
Daarnaast hebben pensioenfondsen andere grondslagen voor pensioenopbouw: hogere of lagere franchise (het gedeelte van het loon waarover je geen pensioen opbouwt), andere opbouwpercentages (waardoor je meer of minder betaalt en dus ook opbouwt) en een andere definitie van ‘pensioengevend loon’. Na diverse gesprekken met pensioenfondsen over de huidige regeling en de nieuwe regeling blijkt dat aansluiting niet mogelijk is of niet past bij onze doelstelling.
Dat betekent dat we uitkomen bij verzekeringsmaatschappijen, waar kleine en grote werkgevers kunnen aansluiten en waar afspraken gemaakt kunnen worden over de eerder genoemde pensioengrondslag, premieverdeling en andere zaken. Daarnaast kan een verzekeraar ook flexibeler beheren en hebben werkgever en werknemer meer inspraak in de regeling en de manier waarop het pensioenpotje wordt beheerd.
Uiteraard zijn er tussen verzekeringsmaatschappijen verschillen, niet zozeer in kosten, maar in informatievoorziening, bereikbaarheid en toegankelijkheid. Dit is bij ons naar voren gekomen in de beantwoording van onze vragen. Ook hebben we bij diverse partijen binnen en buiten de sector gevraagd naar hun ervaringen met pensioenverzekeraars. Op basis van deze informatie is een keuze gemaakt voor Aegon Cappital.
Er is een standaardregeling afgesproken met KBN en Nautilus, waar een aantal gegevens zijn opgenomen die zoveel mogelijk aansluiten bij dat wat ook in de huidige pensioenregeling staat: omschrijving van het pensioengevend salaris, premie verdeling, nabestaandenpensioen en pensioen bij arbeidsongeschiktheid.
Werkgevers kunnen nu aan de slag
Via de website van Aegon Cappital kunnen werkgevers meer informatie vinden over de regeling die in samenspraak met sociale partners is afgesproken.
Dit betekent dat werkgevers gehoor kunnen geven aan de oproep van het pensioenfonds: kom in actie. Voor werkgevers heeft Aegon Cappital een website online gezet, waarin de komende periode meer informatie kan worden gevonden over de pensioenregeling.
Het is echter mogelijk om andere afspraken te maken bij het afsluiten van de pensioenregeling tussen werkgever en verzekeraar. Hierbij valt te denken aan de hoogte van het nabestaandenpensioen, maar bijvoorbeeld ook aan een aanpassing in de premieverdeling.
Waarom zou ik een pensioenregeling afsluiten?
Zoals KBN al vaker heeft aangegeven, is het pensioen een belangrijke arbeidsvoorwaarde, die nu voor alle werknemers van toepassing is. De wijziging naar een andere pensioenregeling is een wijziging in arbeidsvoorwaarden en hierover moet de werkgever de werknemer informeren. Dit valt onder de zorgplicht van de werkgever, het niet juist informeren van werknemers kan grote gevolgen hebben.
We willen dan ook benadrukken dat het bieden van een pensioenregeling aan werknemers niet alleen belangrijk is als spaarpot voor later, maar ook als er iets met de werknemer gebeurt. Het nabestaandenpensioen is een belangrijk onderdeel van de pensioenregeling. Maar ook de opbouw van het pensioen bij arbeidsongeschiktheid, zonder dat premie is verschuldigd.
Kan ik zelf een pensioenregeling afsluiten?
Als werkgever, groot of klein, is het raadzaam om samen met een pensioenadviseur te kijken naar de nieuwe pensioenregeling. Sluit deze aan bij de wensen en mogelijkheden van de werkgever of zijn er aanpassingen nodig in de standaardregeling? De aansluiting bij verplicht bedrijfstakpensioenfonds kent dit ‘maatwerk’ niet. Ook zorgt de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen voor veranderingen op pensioenvlak, die van belang zijn voor zowel werkgevers als werknemers. Door hier samen met een adviseur naar te kijken bent u zeker van een advies dat past bij uw onderneming.
Wat doe ik als ik een regeling heb afgesloten?
Afhankelijk van de grootte van de onderneming is instemming van een Ondernemingsraad (OR) of Personeelsvertegenwoordiging (PVT) nodig, maar ook bij kleinere werkgevers is het informeren van het personeel van groot belang. Er verandert namelijk iets aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemer. Dit betekent dat de werkgever de plicht heeft te informeren. Hier kan de pensioenuitvoerder u bij ondersteunen, u bent tenslotte niet de pensioendeskundige. Ook zal Nautilus voorlichtingsbijeenkomsten organiseren voor hun leden. |
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Henriëtte Schreuders
Naar boven
|
|
Inspectie Leefomgeving en Transport
Rijden op stookolie slecht voor milieu en gezondheid
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) komt steeds vaker tegen dat vrachtverkeer en mobiele machines rijden op een brandstofmengsel dat wordt getypeerd als stookolie. Het rijden op deze stookolie is goedkoper dan rijden op diesel. Maar slecht voor onze gezondheid en het milieu. Komend jaar wordt hoogstwaarschijnlijk de accijnswetgeving en de milieuwetgeving aangepast. De ILT doet een dringend beroep op bedrijven om nu al te stoppen met deze praktijk.
Voor het op de binnenlandse markt brengen van deze stookolie (ook wel designer fuel genoemd) geldt een lage accijns. Hierdoor is er een sterke financiële prikkel om stookolie te gebruiken in plaats van de reguliere dieselbrandstof met een veel hogere accijns. Sommige handelaren en wegvervoerders maken bewust gebruik van een lacune in de Nederlandse regelgeving. Dit bemoeilijkt de ILT momenteel om handhavend op te treden. Om verder onwenselijk gebruik van deze brandstof te stoppen en om onnodige luchtverontreiniging te beperken, is gerichte actie nodig.
Aanpassing wetgeving
Er worden meerdere maatregelen genomen om het in de toekomst onmogelijk te maken om andere brandstoffen op de markt te brengen die niet minimaal voldoen aan de normen voor het type benzine of diesel. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft toegezegd komend jaar de regelgeving voor brandstoffen aan te passen. Er gelden dan voor het gebruik van nieuwe brandstoffen gelijke eisen als voor benzine en diesel. Het ministerie van Financiën heeft het voornemen het accijnstarief van stookolie gelijk te trekken met het tarief van gasolie (diesel) met ingang van 1 januari 2024. Deze maatregel is opgenomen in het Belastingplan voor 2024.
Acties van de ILT
De ILT wil het gebruik van deze brandstof al eerder beperken. Het milieu en onze gezondheid kan niet wachten op aangepaste regelgeving en harmonisering van de accijns. Om te weten wat het gevolg is van de uitstoot van stookolie door vrachtverkeer en mobiele machines heeft de ILT aan TNO gevraagd de uitstoot verder in beeld te brengen.
De komende tijd gaat de inspectie in gesprek met wegvervoerders, hun klanten, brandstofleveranciers en brancheorganisaties met als doel om bewustwording te creëren. De hoop en verwachting is dat betrokkenen hierdoor al eerder dan verplicht door regelgeving zullen stoppen met gebruik en handel in deze stookolie. Bedrijven die een ‘groen profiel' nastreven worden aangesproken om hun verantwoordelijkheid te nemen. Mochten bepaalde handelaren zich hiervoor ongevoelig tonen dan zet de ILT alsnog de beschikbare bestuursrechtelijke middelen in om het gebruik van deze brandstof verder te beperken. Ook het Openbaar Ministerie wordt hierbij betrokken door de ILT.
Stookolie
In Nederland komen brandstoffen op de markt die gekwalificeerd zijn als zware stookolie, maar worden toegepast als een vorm van dieselbrandstof. In eerste instantie worden deze brandstoffen geproduceerd voor de zeescheepvaart. Ze veroorzaken hogere emissies aan fijnstof en stikstofoxide door slechtere verbranding dan reguliere dieselbrandstof. Vrachtverkeer, bouwverkeer, tractoren en mobiele machines in de agrarische sector maken gebruik van deze brandstof waardoor zij onder andere een hogere fijnstofemissie en uitstoot van stikstof veroorzaken. Dit heeft nadelige invloed op onze gezondheid en leefomgeving.
De ILT wil voorkomen dat onwenselijke brandstofmengsels die ernstige milieuschade veroorzaken op de markt worden gebracht. Hier onder vallen stookolie voor vrachtwagens, stookolie met te hoge zwavelgehaltes bij de binnenvaart en stookolie met onwenselijke bijmenging voor de zeevaart.
|
|
Reactie KBN
Koninklijke Binnenvaart Nederland heeft op dit moment geen aanwijzingen dat deze problemen zich voordoen in onze sector, maar zijn wel ontstemd over deze berichtgeving van ILT. We delen de bezorgdheid van ILT over het gebruik van stookolie, dat aanzienlijke negatieve gevolgen kan hebben voor zowel het milieu als de gezondheid. De vergroeningsambitie van de binnenvaart is sterk en de sector spant zich op vele fronten in om deze ambitie waar te maken. Het is dan erg jammer dat anderen de realisatie van deze ambitie belemmeren.
KBN zet zich al geruime tijd in voor de ontwikkeling van hogere specificaties voor een specifieke brandstof voor binnenvaartschepen. Het gebruiken van brandstoffen van andere vervoersmodaliteiten is geen optie, omdat deze brandstoffen niet kunnen bijdragen aan de gestelde vergroeningsdoelstellingen voor de binnenvaart. Het is essentieel dat we als sector streven naar schonere en duurzamere brandstoffen en we zijn vastbesloten om dit doel te verwezenlijken.
|
|
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob Leussink
Naar boven
|
|
- 27 oktober - Stuurgroep varend ontgassen ministerie IenW
- 31 oktober - CTGG/ILT-water overleg
- 31 oktober - Stakeholders bijeenkomst hervorming jaarverplichting RED3
- 2 november - Vergadering Ledengroep Personenvervoer
- 3 november - Commissie Sociaal en Onderwijs
- 14 - 16 november - CESNI QP
- 20 - 24 november - ILO Technical Meeting
- 23 november - CDNI IVC vergadering in Straatsburg
- 24 november - Algemene Vergadering KBN
|
|
|
|