Passagiersvaart
Riviercruisesector tekent overeenkomst om arbeidsomstandigheden te verbeteren
Tijdens 's werelds grootste toeristische beurs (ITB) in Berlijn, hebben de European Barge Union (EBU), de European Transport Workers Federation (ETF) en de IG RiverCruise een belangrijke overeenkomst getekend. De overeenkomst heeft als doel dat de arbeidsomstandigheden aan boord van riviercruiseschepen verbeterd wordt en dat eerlijke concurrentie binnen de sector gewaarborgd wordt.
Dit proces begon met een intentieverklaring in de zomer van 2019. Na een onderbreking vanwege de COVID-19 pandemie zijn de onderhandelingen in de herfst van 2022 hervat en hebben geleid tot deze bindende overeenkomst. De overeenkomst streeft naar een sociaal duurzame riviercruisesector met gelijke kansen voor alle exploitanten. Het hoofddoel is het realiseren van fundamentele rechten voor werknemers, zoals sociale zekerheid, gezondheid, veiligheid en eerlijke beloningen.
Theresia Hacksteiner, secretaris-generaal van EBU, benadrukt het belang van deze samenwerking en het streven naar een sociaal duurzame sector. Arno Reitsma, voorzitter van IG RiverCruise, benadrukt de essentiële rol van bemanning voor het succes van de industrie. Jacques Kerkhof, voorzitter van ETF Inland Waterways Section, noemt de overeenkomst een belangrijke stap voor de verbetering van de levensomstandigheden van duizenden werknemers.
De betrokken partijen zijn verheugd over dit behaalde resultaat en kijken uit naar een positieve impact op de sector.
|
|
|
De taskforce River Cruise
V.l.n.r.: Myriam Chaffart, Piet Doerflinger, Jacques Kerkhof (allen ETF), Daniel Buchmüller (IG RiverCruise), Maira van Helvoirt (EBU/KBN), Arno Reitsma, Dr. Michael Knauer (beiden IG RiverCruise).
|
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maira van Helvoirt.
Naar boven
|
|
Nautische veiligheid
Aandacht voor incidenten- Brug te laag, schip te hoog
Afgelopen tijd hebben enkele aanvaringen de sector opgeschrikt. Voorbeelden hiervan zijn ongelukken op het Prinses Margrietkanaal begin februari en begin maart, een botsing met een spoorbrug over de Hunte en de aanvaring met de Willemsbrug in Rotterdam afgelopen vrijdag.
Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) maakt zich zorgen over deze incidenten, die negatieve publiciteit kunnen genereren in de media, en wil in eerste instantie begrijpen waarom deze voorvallen zich voordoen. Toch moeten deze incidenten niet geïsoleerd bekeken worden, maar in context geplaatst worden.
Context
Dagelijks vinden er talloze vaarbewegingen plaats die veilig verlopen. In slechts een beperkt aantal gevallen gaat het mis. Natuurlijk is elk incident er één te veel en kunnen de gevolgen groot zijn. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan deze problematiek, maar wel met de juiste context. Bij dit soort aanvaringen spelen verschillende factoren een rol, waarbij KBN zich inzet om optimale omstandigheden te creëren.
Wat is er nodig?
Het is essentieel dat schippers goed voorbereid zijn, waarbij de schipper kennis van de vaarroute heeft en de schipper in goede conditie is, uitgerust en met een goede mentale gesteldheid. Echter, de conditie van de vaarweg speelt ook een belangrijke rol bij (on)veiligheid.
KBN pleit dan ook voor goede verlichting van bruggen en objecten en betrouwbare informatie over waterstanden en doorvaarthoogtes, zowel ter plaatse als ook via digitale bronnen. Helaas ontbreekt dit nog wel eens. Het is niet verstandig om blind te vertrouwen op de officiële bronnen voor het bepalen van de doorvaarthoogte, aangezien navigatiesystemen zoals ECDIS soms onjuiste informatie kunnen geven. Ook zijn de officiële bronnen niet altijd goed vindbaar, toegankelijk of zelfs niet altijd juist.
Innovatie
Daarnaast wijst KBN op nieuwe technieken in de route naar autonoom varen, waarbij de schipper ondersteund wordt in zijn dagelijkse taken, zoals systemen die waarschuwen voor incidenten/aanvaringen en hoogtedetectie. In de verdere toekomst wil KBN dat er ingezet wordt op het nauwkeurig in kaart brengen van alle variabelen die een schipper moet weten over een vaarweg. Dit omvat niet alleen waterstanden en doorvaarthoogtes, maar ook tijdelijke beperkingen en andere schepen. De informatievoorziening moet optimaal zijn, zodat schippers actief worden gewaarschuwd om incidenten te voorkomen. Hierbij is het noodzakelijk dat de vaarwegbeheerder haar verantwoordelijkheid neemt. De veiligheidsfilosofie van het wegvervoer is onvoldoende doorgevoerd in de binnenvaart. Op de weg wordt veel meer gekeken naar de rol van infrastructuur bij het tot stand komen en voorkomen van incidenten.
Podcast
KBN vroeg eerder om aandacht voor brugaanvaringen en incidenten op de vaarweg. Afgelopen juli hebben Maurits van der Linde en Ton Wingelaar, beleidsadviseurs veiligheid van KBN, een podcast opgenomen over dit onderwerp. Ook in de voorjaarseditie van 2023 van het magazine ‘Samen Voortvarend’ is aandacht besteed aan dit onderwerp. KBN zal zich blijven inzetten om incidenten te voorkomen, vanwege de grote impact op schippers, infrastructuur en het imago van de sector. |
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maurits van der Linde.
Naar boven
|
|
Techniek
Nieuwe ES-TRIN voorschriften
De ES-TRIN voorschriften bevatten technische eisen voor binnenvaartschepen. Deze eisen gelden voor schepen met een Rijncertificaat en voor schepen met een communautair certificaat. Elke twee jaar worden deze voorschriften herzien en aangevuld met nieuwe technologische ontwikkelingen. Dit zijn minimum veiligheidsvoorschriften en dienen vaak als basis voor het ontwerp en de nieuwbouw van binnenvaartschepen.
Op de website van CESNI staat meer informatie hierover. Nadat de CCR en de EU wetgeving hebben geüpdatet, worden deze wijzigingen omgezet in nationale wetgeving. In Nederland gebeurt dit in de binnenvaartwet, waaronder het binnenvaartbesluit en de binnenvaartregeling valt. De recente wijzigingen zijn gepubliceerd in de Staatscourant van 20 december 2023.
De nieuwe versie uit 2023 van de voorschriften vervangt de huidige versie die uit 2021 stamt. De wijzigingen in de nieuwe versie bestaan uit:
- Reddingsvesten
Er zijn wijzigingen aangebracht in de normering in artikel 13.08,
tweede lid, sub a en b.
- Uitlaatgasnabehandelingssystemen van verbrandingsmotoren
De aanpassingen in de voorschriften zien tot het veiligheidssysteem dat in werking treedt bij disfunctioneren van het uitlaatgasnabehandelingssyteem.
- Voorzieningen voor het verzamelen van afvalwater
Onder andere zijn voor passagiersschepen die geen afvalwater produceren mogelijkheden opgenomen om af te wijken van de verplichting om verzameltanks of boordzuiveringsinstallaties te hebben.
- Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten
Ter bescherming van installaties en inrichtingen mogen vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten worden gebruikt. De voorschriften hiervoor zijn opgenomen in artikel 13.06.
- Materialen in overeenstemming met de Code voor Brandtestprocedures (ESI-III-11)
Er is een nieuwe instructie (ESI) toegevoegd over materialen die voldoen aan gelijkwaardige voorschriften in plaats van de Code voor Brandtestprocedures.
- Passagiersschepen
Verschillende voorschriften voor passagiersschepen zijn geactualiseerd.
- Pleziervaartuigen
Er zijn wijzigingen aangebracht in hoofdstuk 26 om een overlap met voorschriften in Richtlijn 2013/53/EU te voorkomen. Verder zijn er o.a. verduidelijkingen aangebracht in de voorschriften voor manoeuvreereigenschappen, Inland AIS en reddingsmiddelen
- Elektrische aandrijfmotoren achter het achterpiekschot.
- Reparaties van motoren die in gebruik zijn waarbij wordt voorgeschreven dat bij reparaties van een bestaande motor na 1 januari 2024 een onderhoud- of reparatierapport moet worden bijgehouden.
- Nieuwe voorschriften voor overzakbare stuurhuizen
Overzakbare stuurhuizen zijn stuurhuizen waarvan alleen het bovenste gedeelte kan zakken, terwijl de vloer van het stuurhuis op dezelfde hoogte blijft. Dergelijke stuurhuizen zullen ook aan een periodieke inspectie onderworpen worden.
- Navigatieradarinstallaties en bochtaanwijzers
- Actualisering van de verwijzingen naar Europese en internationale normen (zoals ES-RIS 2023/1)
- Bijzondere ankers met verminderde massa
In de instructie (ESI-II-9) is opgenomen dat de lijst met bijzondere ankers met verminderde massa is gepubliceerd op de CESNI-website.
- Voorschriften voor bandstoffen met een laag vlampunt en brandstofcellen
Hoofdstuk 30 en bijlage 8 van ES-TRIN zijn her-gestructureerd, om eenduidig voorschriften voor alternatieve brandstoffen te kunnen opnemen. Verder zijn de eisen waaraan een risicoanalyse moet voldoen verduidelijkt en zijn er voorschriften opgenomen voor het gebruik van brandstofcellen.
|
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Leendert Korvink.
Naar boven
|
|
|
KBN op pad
Het is de missie van Koninklijke Binnenvaart Nederland om proactief betrokken te zijn bij de totstandkoming en wijzigingen van de technische voorschriften voor binnenvaartschepen. KBN neemt namens het IWT Platform proactief deel aan de bijeenkomsten van de werkgroep technische voorschriften (CESNI/PT).
Onze beleidsadviseur Leendert Korvink is deze week in Straatsburg om deel te nemen aan deze vergaderingen.
|
|
Technische voorschriften
Oproep gebruik hardheidsclausule
Nederlandse binnenschepen dreigen door afloop van de overgangsbepalingen uit de vaart te moeten worden genomen. Wilt u kunnen blijven varen? Dan is het goed te weten dat als het aanpassen van uw schip, naar aanleiding van het aflopen van de overgangsbepalingen, technisch moeilijk uitvoerbaar is en/of onevenredig hoge kosten vergt er een hardheidsclausule (HHC) kan worden aangevraagd.
KBN wilt leden helpen bij het bespreken van de noodzakelijke ontheffingen en het adviseren voor het verzamelen van argumenten (bewijs). Inmiddels zijn al meer dan 15 schepen door KBN bezocht en geholpen om de aanvraag voor de HHC zo goed mogelijk gereed te maken. Nadat de ondernemer zijn ‘huiswerk’ gereed heeft zal een keuringsinstelling (of klassenbureau) een inspectierapport moeten opstellen om te controleren of de verzamelde data correct/compleet is.
Onderzoeksbureau
Afgelopen week heeft KBN wederom deelgenomen aan een overleg hierover en kennis genomen van de QUICKSCAN en benadering van het onderzoeksbureau DECISIO dat door het ministerie is aangesteld om de algemene benadering voor een ontheffing en beoordelingscriteria te onderzoeken. Hierbij wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de verdiencapaciteit van het vaartuig en de waarde is volgens het onderzoeksbureau een afgeleide paramater van deze verdiencapaciteit.
Maakt een onderneming weinig of geen winst dan zal de aanvraag voor de HHC sneller worden gehonoreerd. Dit criterium wordt dan ook vooral ingezet bij de algemene regeling en zal voor schepen tot 55 meter lengte kunnen leiden tot minder verplichte aanpassingen (investeringen). Het onderzoeksbureau DECISIO heeft een voorstel uitgewerkt in twee lijsten. De eerste lijst om ES-TRIN artikelen met een algemene ontheffing uit te zonderen, gebaseerd op onvoldoende winst/verdiencapaciteit voor schepen tot 55 meter. De tweede lijst bevat aanvullende artikelen die nadere onderbouwing en beoordeling vereisen.
Dit traject blijft naar mening van KBN een erg onzeker en langdurig proces met onzekere uitkomst.
Voor de tweede lijst zal nog een vervolgafspraak worden ingepland waarbij de brancheverenigingen worden geïnformeerd en gelegenheid krijgen een reactie te geven. Tot slot blijft de mogelijkheid bestaan voor individuele schepen om een aanspraak te doen op de hardheidsclausule.
Meer weten? Lees dit document.
|
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Leendert Korvink.
Naar boven
|
|
Varend ontgassen
Uitkomst bestuurlijk overleg varend ontgassen
Vandaag stond het bestuurlijk overleg (BO) varend ontgassen met minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) op het programma. Namens Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) was voorzitter Ad Koppejan aanwezig in Den Haag.
KBN heeft bij minister aandacht gevraagd voor het risico dat er per 1 juli 2024, de datum waarop het ontgasverbod voor een aantal stoffen ingaat, onvoldoende ontgassingsinstallaties aanwezig zijn. Het risico is dat er door een gebrek aan ontgassingscapaciteit een mogelijk vervoersinfarct kan ontstaan. Daarnaast dienen schepen gasvrij te zijn voordat ze een werf bezoeken voor de 5-jaarlijkse Klasse-keuringen en ongeplande reparaties van schepen. Onvoldoende ontgassingscapaciteit zal in het geval van een werfbezoek kunnen leiden tot lange wachttijden.
Verladers voorzien geen problemen
De verladers geven aan geen problemen te voorzien bij de invoering van het ontgasverbod van de stoffen genoemd in de tabellen I en II van het CDNI-verdrag. Voor zover bekend is de verwachting dat verladers het aantal ontgassingen zullen beperken door meer dedicated (eenheidstransporten) en compatibele transporten.
Vergunningverleningen
De vergunningsverleners gaven aan dat zij graag willen meewerken aan het verlenen van vergunningen voor ontgasinstallaties, maar dat er op dit moment maar één aanvraag loopt. Hierbij werd door het EVRA (brancheorganisatie ontgassingsinstallaties) aangegeven dat een vergunning altijd aangevraagd dient te worden door de locatie-eigenaar en dat hier allerlei zaken kunnen spelen die een vlotte aanvraag in de weg staan. De minister wil op dit vlak geen rol spelen, omdat het primair de taak is van degene die de vergunning aanvraagt en degene die de vergunning verleend. De vertegenwoordiger van de Havenbedrijven gaven aan dat zij alle medewerking willen verlenen voor het vinden van de juiste locaties binnen hun gebieden. Enkele locaties worden als kansrijk gezien door de Havenbedrijven.
Onzekerheid bij de EVRA
De EVRA benadrukte dat haar leden terughoudend zijn bij het investeren in installaties en vergunningsaanvragen. Er zijn geen/te weinig aanvragen om bijvoorbeeld bij de banken financieringen aan te vragen. EVRA verzocht de minister om subsidiegelden vrij te maken in afwachting van de uitkomsten van de Europese CEF-T subsidieaanvraag. De minister geeft aan dat hier geen geld voor vrij gemaakt kan worden, enerzijds vanwege de huidige begrotingsperikelen en anderzijds mogen nationale overheden geen subsidies verlenen volgens de bepalingen van het CDNI-verdrag.
Internationale ontwikkelingen
De minister ziet dat de bal aan het rollen is op internationaal vlak ten aanzien van versnelde invoer van het CDNI-verdrag, als voorbeeld noemt hij de interesse van het Duitse Noordrijn-Westfalen en de Duitse regering. Een versnelde invoer van het verdrag zal ook leiden tot een beter investeringsklimaat voor de EVRA-leden, omdat het ontgassingsverbod dan voor meer stoffen gaat gelden.
Handhaving
De Inspectie Leefomgeving en Transport geeft aan dat zij vanaf 1 juli 2024 geen problemen zien om de handhaving op het ontgasverbod te starten. Het e-nose netwerk heeft nog geen landelijke dekking, maar hier wordt op dit moment aan gewerkt.
Tot slot, in antwoord op de zorgen die Ad Koppejan uitte over de huidige onzekerheid over de beschikbaarheid van voldoende ontgassingsinstallaties, benadrukte de minister nogmaals dat er bij de invoering van het ontgasverbod op 1 juli, de scheepseigenaren niet de wrange vruchten mogen plukken op het moment dat er problemen ontstaan en dat daarom ook vanuit het ministerie de voortgang goed gemonitord zal worden.
Ad Koppejan: “Met deze uitspraak laat de minister zien dat hij oog heeft voor de belangen van de binnenvaart. Wij zullen als KBN de voortgang goed blijven volgen en hier bij de minister op terugkomen als er onverhoopt toch problemen mochten ontstaan, bijvoorbeeld bij een tekort aan ontgasinstallaties ten behoeve van het gasvrij maken van schepen voor werfbeurten.” |
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maurits van der Linde en/of Ton Wingelaar
Naar boven
|
|
Stel uw vragen!
KBN-spreekuur 18 maart over infrastructuur
Op maandag 18 maart staat het volgende spreekuur gepland, dit keer over infrastructuur. Tijdens dit spreekuur zal onze beleidsadviseur Leny van Toorenburg uw vragen zo goed mogelijk beantwoorden.
Afgelopen maandag heeft u kunnen praten met beleidsadviseurs Ton Wingelaar en Frank Reijerse, die het hebben gehad over afvalstoffen in brede zin en daarin veel vragen hebben kunnen beantwoorden. Maandag 18 maart kunt u er weer bij zijn als over infrastructuur wordt gepraat. Heeft u op dit moment geen vragen, maar heeft u wel interesse in datgeen wat besproken wordt? Dan bent u welkom om het spreekuur bij te wonen, wel wordt dan van u gevraagd om camera en geluid uit te zetten.
Details over deelname
maandag 18 maart
11.00 uur tot 12.00 uur
Klik hier voor deelname
Uw bijdrage
Heeft u andere onderwerpen die u graag wilt bespreken? Laat het ons weten via communicatie@binnenvaart.nl. We horen graag van u!
|
|
|
Infrastructuur
Baanhoekbrug proefopening positief verlopen
Met de Baanhoekbrug is een proefopening geweest die positief is verlopen. Komend weekend (zaterdag 9 en zondag 10 maart) is er, vanwege al eerder gepland onderhoud, geen treinverkeer op de Merwede-Lingelijn. Hierdoor kan ProRail de brug dit weekend gedurende langere tijd openzetten voor de scheepvaart.
Omdat dit nu pas bekend is, kon het niet eerder worden gecommuniceerd. ProRail hoopt hiermee de scheepvaart tegemoet te komen.
De brug staat (voor de beroeps- en de recreatievaart) permanent open tussen:
- Zaterdag 9 maart tussen 10:00 en 16:00 uur en
- Zondag 10 maart tussen 08:00 en 12:00 uur
Helaas kan op dit moment nog niet worden aangegeven wanneer de brug weer (structureel) te bedienen is voor de hoge scheepvaart. Er zal samen met Rijkswaterstaat en de branche naar mogelijkheden om nieuwe openingsmomenten aan te bieden worden gekeken. ProRail vraagt u daarom, indien mogelijk, zoveel mogelijk gebruik te maken van de opening van komend weekend. Op het moment dat er meer duidelijkheid is, zullen wij u hierover nader informeren. |
|
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Leny van Toorenburg
Naar boven
|
|
Samen Voortvarend
Verduurzamen met de methanolmix-brandstofcel
KBN ziet vergroening als een gezamenlijke verantwoording, van overheid tot aan scheeps- en ladingeigenaren. Het streven is om in 2050 emissieloos te varen, met als tussendoel om in 2030 de CO2-uitstoot met 30-50% te verminderen.
Gelukkig wordt dit streven breed ondersteund. Zo ook door de directeur van Havenbedrijf Rotterdam. Hij daagde Gerrit van de Linde, algemeen directeur van Mourik, uit om te onderzoeken of gebruik van waterstof als alternatief haalbaar was voor deze schepen.
Zo is er vorig jaar door Mourik een nieuwe technologie gepresenteerd, dit betreft de methanol-mix brandstofcel. Deze energiebron kan de hotelvoorzieningen en later ook de schroefaandrijving aan boord verzorgen. Deze innovatie is duurzaam én heel vernieuwend en wordt nu al gebruikt bij graafmachines en powerpacks, zodat deze met zero emissies op elke locatie inzetbaar zijn. KBN is langsgegaan bij Mourik om meer over deze techniek te leren. |
|
Meer lezen over deze vernieuwende techniek en wat voor kansen het biedt voor de binnenvaart? Bekijk dan het artikel in het magazine.
Naar boven
|
|
- 11 maart - Visievorming waterstofdragers met ministeries van IenW en EZK
- 13 maart - Nautisch Technische Commissie vergadering
- 14 maart - Vergadering ledengroep Personenvervoer
- 18 maart - KBN-Spreekuur Infrastructuur
- 25 maart - CESNI/PT/DT werkgroep technische overgangsbepalingen ES-TRIN
|
|
|
|