Voorzitter Koppejan: “Met deze uitspraak laat de minister zien dat hij oog heeft voor de belangen van de binnenvaart”

08 maart 2024

Vandaag heeft voorzitter Ad Koppejan namens Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) deelgenomen aan het bestuurlijk overleg (BO) varend ontgassen met minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) in Den Haag. Tijdens dit overleg heeft KBN vragen gesteld aan de minister over risico’s die kunnen plaatsvinden per 1 juli 2024, de datum waarop het ontgasverbod voor een aantal stoffen ingaat.

Een risico is dat er vanaf 1 juli 2024 mogelijk onvoldoende ontgassingsinstallaties beschikbaar zijn. Als er te weinig capaciteit is, kunnen schepen niet goed gebruikt worden als vervoersmiddel van gevaarlijke stoffen. Schepen dienen ook gasvrij te zijn voordat ze een werf bezoeken voor vijfjaarlijkse klasse-keuringen en ongeplande reparaties. Te weinig capaciteit kan leiden tot lange wachttijden.

Verladers voorzien geen problemen
Verladers zien geen problemen bij de invoering van het ontgasverbod voor bepaalde stoffen. Zij verwachten dat het aantal ontgassingen beperkt zal worden door meer dedicated (eenheidstransporten) en compatibele transporten.

Vergunning verlenen
Wat betreft vergunningverlening is er op dit moment slechts één aanvraag voor een ontgasinstallatie, maar vergunningsverleners geven aan dat zij graag meewerken. De minister benadrukt dat dit voornamelijk de verantwoordelijkheid is van de aanvrager en de vergunningverlener. Volgens de European Vapour Recovery Association (EVRA, branchevereniging ontgassingsinstallaties) wordt de vergunning altijd aangevraagd door de locatie-eigenaar en zijn er veel factoren die een vlotte aanvraag in de weg kunnen staan. Havenbedrijven staan echter open voor het vinden van geschikte locaties, waarbij enkele locaties als kansrijk worden gezien. De EVRA benadrukte dat haar leden terughoudend zijn bij het investeren in installaties en vergunningsaanvragen. Er zijn geen/te weinig aanvragen om bijvoorbeeld bij de banken financieringen aan te vragen.

Internationale ontwikkelingen
De minister ziet dat de bal aan het rollen is op internationaal vlak ten aanzien van versnelde invoer van het CDNI-verdrag, als voorbeeld noemt hij de interesse van het Duitse Noordrijn-Westfalen en de Duitse regering. Een versnelde invoer van het verdrag zal ook leiden tot een beter investeringsklimaat voor de EVRA-leden, omdat het ontgassingsverbod dan voor meer stoffen gaat gelden.

Handhaving
De Inspectie Leefomgeving en Transport ziet geen problemen met het handhaven van het ontgasverbod vanaf 1 juli 2024. Het e-nose netwerk heeft nog geen landelijke dekking, maar hier wordt op dit moment aan gewerkt.

Tot slot geeft de minister als antwoord op de zorgen van Ad Koppejan aan dat hij de voortgang nauwlettend in de gaten houdt. Hij verzekert dat scheepseigenaren niet de dupe mogen worden van eventuele problemen die op komen.

Ad Koppejan: “Met deze uitspraak laat de minister zien dat hij oog heeft voor de belangen van de binnenvaart. Wij zullen als KBN de voortgang goed blijven volgen en hier bij de minister op terugkomen als er onverhoopt toch problemen mochten ontstaan, bijvoorbeeld bij een tekort aan ontgasinstallaties ten behoeve van het gasvrij maken van schepen voor werfbeurten”.

Gerelateerd items